​​​​​

een dag mee met de rietsnijder

in de rietvelden van Nieuwkoop










Al vroeg in de morgen, voor het kraaien van de haan, zijn we al in de haven. Als je over de plassen kijkt en de lucht er boven ziet, beloofd het een mooie zonnige winterdag te worden.

Met een flinke dosis energie stappen we aan boord van de platte rietschuit.

Rustig glijd de boot over het spiegelgladde water de haven uit. Net buiten de haven word er wat gas bij gegeven en de voorsteven komt wat omhoog, op weg naar de rietvelden. Als snel varen we tussen de rietkragen door en laten we het dorp ver achter ons.

Na enige tijd varen boord de voorsteven zich vast in het rietland. We zijn aangekomen op het mooiste stukje van Nederland.


We beginnen de dag met een stevige bak koffie in de schaftkeet, een gezellige houten keetje op een ponton, wat tegen het rietland aan ligt. Het is nog te vroeg om riet te maaien, omdat het onderaan de stengel nog te nat is. De zon heeft vandaag geen moeite en werpt al snel de eerste stralen over de rietpluimen.

​​​​​​​Fantastisch mooi om te zien!

De stilte.. midden in de natuur.. met de neus tussen de pluimen. Wat zijn we toch een bevoorrecht mens om hier te zijn!

Al vroeg word de rietmaaier gestart en liggen de eerste banen met bossen al op het rietland. Het land is behoorlijk drassig, dat komt door de vele regen van afgelopen tijd. Dat zorgt er voor dat het moeizaam lopen is. Maar dat deert ons niet. Met een flinke dosis energie gaan we lekker aan de slag.

​​​​​​​Na ongeveer een uur maaien, is een groot stuk rietland veranderd van wuivende pluimen, in opgeboste bossen riet. De maaier wordt afgezet, en de hoorbare stilte word weer gehoord. Zo af en toe hoor je een verschrikte eend wegvliegen uit de kant, die heeft daar een mooi nest gemaakt, en word natuurlijk met rust gelaten.


Soms komt er een groep ganzen overvliegen,

​​​​​​​je bent midden in de natuur.

De gemaaide bossen moeten allemaal uitgekamd worden met een rietsnit/ kam. Al het gras, duilen en takken moeten er uit gehaald worden zodat er alleen het schone riet overblijft.

Vervolgens word dit met een nieuw strotouw weer stevig bij elkaar gebonden.

Om een dikke bos goed geschoond riet te hebben, heb je een heel oppervlakte nodig.

Het is een warme klus, daarom is het ook maar goed dat het midden in de winter is. Het mag gerust wat meer vriezen.

​​​​​​​Goed geschoond riet, met wat lengte is behoorlijk aan het gewicht.

Met vereende krachten worden twee dikke bossen op de nek getild. Deze moeten opgestapeld worden in hopen van 6 of 10, op een droge plaats in het veld.


Dit word ook wel een rietschelf genoemd. Bij een regenbui word alleen het buitenste riet nat, wat ook weer gemakkelijk op kan drogen. Door de wind kunnen de bossen goed drogen, zodat er een laag vochtpercentage in het riet zit, van ongeveer 10 á 11 procent.


Je kan je hier flink uitleven. Je kan hier alles geven. Werken als een beer.

In de toekomst heb je deze bossen nog een keer in je handen. Je kan hiervan een fantastich mooi rieten dak van maken.

"Ik heb veel nieuwe dingen geleerd,

veel opgestoken,

en een gezellige dag gehad."

Na een dag hard werken in het rietland word er nog wat gezellig tijd doorgebracht in de keet. We hebben een goede dag gehad, bijna 100 dikke bossen gemaakt.

We genieten nog wat na van een stevige borrel.

​​​​​​​Een echte kruidenbitter rietstoppeltje.

Je voelt het naar binnen glijden, en al snel krijg je een rode gloed op de wangen en gloeiende oren.

Ik weet zeker dat we onwijs goed kunnen slapen vannacht.

Aan het einde van de dag varen we weer terug naar de haven, en zie daar.. Een prachtige dijk van riet, allemaal dikke bossen. Goed voor ongeveer 200 m2 dakoppervlakte.

Moe en voldaan, heel de dag in touw geweest.


Zullen we het nog wakker houden tot de klok van 20:00 uur vanavond?


o, 't ruisen van het ranke riet

hoe dikwijls, dikwijls zal ik niet

nabij de stille waterboord

alleen en van geen mens gestoord

en lonkte 't rimplend water na

en sloeg uw zwakke stafje ga

en luisterde op het lieve lied

dat gij zongt, o ruisend riet


Guido Gezelle (1830 - 1899)